De Zwartkop Caique (Pionites m. melanocephala)is wel de meest bekende en voorkomende van de Caiques, maar niet de meest makkelijke vogel om te kweken. Persoonlijk vind ik dit de Geeldij (meer hierover onder de knop soorten: Geeldij Caique). Ik vind ze van karakter wat onrustiger dan de Geeldij. Inmiddels hebben we wel een goede lijn van deze soort opgebouwd.
Veel mensen beginnen met deze soort in de Caiques en ook wij zijn in 1992 met deze soort gestart.
We vonden iemand die er te koop had en daar gekomen zaten er 4 Zwartkoppen. De verkoper was er zeker van dat het 2 koppels waren en we kochten de 2 koppels. Thuis gekomen observeerde we deze via een camera.
Alles leek goed te gaan en ik was dan ook heel blij toen ik ze zag treden. Ik bleef kijken en al heel snel zag ik dat de vogel die 1e als pop bij het treden onder zat nu als een man op de andere ging. Ik dacht dit is niet goed. De vogels waren niet gesekst, dus besloten we dit te laten doen. DNA  geslachtsbepaling was er toen nog niet, dus dit moest Endoscopisch. Bij de 1e zei de dierenarts "awel das unne schoane man" (op z'n Belgs) de 2e idem en zo ging het tot 4 x toe. Behoorlijk teleurgesteld ging ik huiswaarts. Nu proberen poppen erbij te kopen of te ruilen. Helaas was er toen de tijd bijna niet aan poppen te komen maar na veel zoeken en praten zijn we er toch in geslaagd 2 poppen bij te kopen.


De kleuren cq. Types van de Zwartkop kunnen nog al varieren. Volgens het boekje van Rosemary Low is dit afhankelijk van hun leefgebied waar ze voorkomen. We zien wat ik noem "de donkere Types" en de "lichtere types" (niet te verwarren met de Pallida). en dan nog een heleboel wat daar tussen in zit. De kleur van de dijen is ook sterk afhankelijk van hun verspreidings gebied.
Persoonlijk vind ik dat een op kleur zijnde Zwartkop een mooie strak afgezette zwarte kop moet hebben en een heldere wangkleur met een zo'n wit mogelijke borst. De dijkleur mag uiteenlopen. De pootkleur mag varieren van donker grijs tot zwart waarbij zwart mijn voorkeur heeft. De snavel en nagels dienen zwart te zijn. De rug en vleugeldekveren egaal. De neus-oog teugel goed zichtbaar.

Kweek:
De Broedrijpheid van de Caique loopt sterk uiteen. We hebben er gehad die met 3 jaar al bevruchte eieren legden, maar we hebben er ook waar we 6 jaar op moesten wachten. Beide koppels kregen voor zover we ons herinneren de zelfde verzorging.
Ik heb al eerder aangegeven de Zwartkop niet de meest makkelijke van de Caiques te vinden om mee te kweken. Ik vind ze over het algemeen wat nerveuzer dan bijvoorbeeld de Geeldij. Als we een goed kweekstel hebben gaat het over het algemeen wel goed. Wij hebben met verschillende Zwartkoppen in verschillende ruimtes gekweekt. Maar over het algemeen in zogenaamde kubs kooien (m3 kooien) gaat dit goed. Indien mogelijk plaatsen we de vogels zo dat ze de soortgenoten wel kunnen horen maar niet kunnen zien. Over het algemeen wanneer de vogels eieren hebben broed de pop meestal vanaf het 2e of 3e ei. 7 dagen later kunnen we dan met bijvoorbeeld een "schouw lampje" zien of de eieren bevrucht zijn. Weer 28 dagen na de start van het broeden cq op de eieren zitten van de pop mogen we dan het 1e jong verwachten. Ongeveer 15 dagen na uitkomst van de jonge kunnen we dan de jonge Caiques ringen. DNA veertjes trekken kan dan ongeveer 46 dagen na de geboorte van de jonge vogels. Als de jonge ongeveer 66 dagen oud zijn kunnen we verwachten dat ze het blok gaan verlaten en uitvliegen. Als de jonge ongeveer 100 dagen oud zijn kunnen ze als zelfstandig worden beschouwd. 

Broedblok:
Caiques zijn niet echt kieskeurig in welk blok we geven. Wij hebben in zowel horizontale als verticale blokken goede resultaten behaald. Om praktische redenen gebruiken we tegenwoordig verticale blokken (zie Download Tekening onderin)

Algemeen:

!!! Let op RINGMAAT: Bijna alle verenigingen schrijven als ringmaat voor Caiques 7 mm voor

Wij en anderen, die ook in CAIQUES gespecialiseerd zijn, hebben ondervonden dat dit soms te klein is (ingroei van
 poot).

WIJ ADVISEREN om 8 mm ringen te gebruiken .(de ervaring heeft geleerd dat dit bij Caiques geen RVS ring hoeft te zijn.)

Dit is dus niet in overeenkomst met sommige bonden, houd u daar rekening mee als u TT wilt spelen.

Wij laten van onze jonge vogels, door een gerenommeerd bedrijf, het geslacht bepalen via DNA. We doen dit bij voorkeur in de periode tussen het krijgen van veertjes en niet later dan 14 dagen voor het uitvliegen, anders lopen we het risico dat de jonge te vroeg uit het blok komen. Deze methode heeft als voordeel dat er geen jonge uitgevangen (stress) moeten worden, we kunnen ze zo uit het blok halen en weer terug na veertjes trekken.(Nadeel is mogelijk hogere kosten, omdat we geen grote aantallen tegelijk kunnen laten onderzoeken)

Wanneer onze jonge Caiques zelfstandig zijn (na ongeveer 100 dagen) proberen wij ze met 6 tot 8 jonge vogels tegelijk (afhankelijk van de ruimte) in een rennetje te plaatsen. Dit is goed voor hun ontwikkeling zoals sociaal gedrag en ze worden dan nog vertrouwder met hun verzorger.
Bovendien is het prachtig om te zien hoe de jongen met elkaar spelen.

Wanneer de Caiques broedrijp zijn is dit vaak te merken aan de aparte piepgeluiden die ze in het blok maken, als ze dan ook nog minder gaan eten kun je er zo goed als zeker van zijn dat de pop een "zwangere" buik krijgt en er eieren volgen.

Onze Blokken Bijlage
PDF – 136,1 KB 146 downloads